Geschiedenis
Het prille begin
Niets is zo moeilijk als de waarheid te achterhalen. Dat blijkt ook wanneer men een schijnbaar eenvoudig verhaal als de ontstaansgeschiedenis van harmonie “Verenigde Vrienden” tracht te vertellen. Er bestaat namelijk niet zoiets als een éénduidig verhaal, want er bestaan twee tegenstrijdige versies. Beide zijn ze het vrijwel eens over de “zuivere” feiten : de harmonie “Verenigde Vrienden” is, via een kleine omweg, een afscheuring van de veel oudere en nu nog bestaande Harmonie “St. Cecilia” die omstreeks 1836 ontstond. Beide bronnen – de één katholiek, de ander liberaal – zijn het echter grondig oneens over de reden van die afscheuring en zeker over de schuldigen, die men steevast in het andere kamp zoekt. Meer dan waarschijnlijk ligt ook hier de waarheid ergens in het midden.
Feit is dat tussen 1836 en 1870, maar met grote perioden van inactiviteit, het toenmalige “onpartijdige” Geschalgenootschap “Sinte Cecilia” als enig orkest in Hemiksem bestond. Onpartijdig is misschien veel gezegd, want in die tijd waren de katholieken, via de lokale kasteelheren en het zeer beperkte stemrecht, heer en meester in onze streken.
Hoe dan ook, deze muzikale groep luisterde met hoogten en laagten de burgerlijke en kerkelijke activiteiten in het dorp op. Toch zijn er reeds vroeg tekenen van wrevel met de kerkelijke overheid, want een tijdlang mocht men de processies niet meer begeleiden wegens “wangedrag” van sommige leden.
In diezelfde periode begint het op politiek vlak echter ook in Hemiksem te rommelen : er is een groeiende invloed van het liberalisme en hun antiklerikale ideeën beginnen opgang te maken. Dit alles groeide naar een hoogtepunt met de persoon van Dr. Saunier. Deze kempische liberaal was in 1845 naar Hemiksem afgezakt om er als geneeskundige dienst te doen in het verbeteringshuis St Bernard. Toen dit werd gesloten, rond 1867, stapte hij in de politiek, en van de slechts 63 toenmalige kiezers, koos de meerderheid, vooral burgerij, hem tot liberaal burgemeester. Blijkbaar zag hij iets in de Harmonie, want vanaf die tijd wordt hij ook hierin actief. Vanaf die tijd ontstonden er dan in de rangen van deze harmonie hevige twisten tussen voor en tegenstanders. Resultaat : de Saunier-gezinden behielden de zeggingsschap en de naam ‘St. Cecilia’, maar verhuisden van lokaal, terwijl vele katholiek-gezinden de harmonie verlieten.
Van katholieke zijde zat men ook niet stil en zo werden in 1870 “De Witoogers” opgericht. De rol van deze vereniging is echter niet erg duidelijk. Het is de vraag of ze ontstond na de interne twisten en diende als toevlucht voor diegenen die afscheurden, of dat ze vòòr de afscheuring ontstond en zo de twisten mee in de hand werkte door muzikanten tot afscheuren te overhalen. Zeker is dat niet alle katholieken de “St. Cecilia” verlieten, om zich bij “De Witoogers” aan te sluiten. Sommigen speelden in beide verenigingen om pas later “St. Cecilia” de rug toe te keren, al dan niet hiertoe aangezet door het liberaal gezinde bestuur van de Harmonie.
1873 : De Geboorte
Toen echter in 1873 het genootschap van de H. Franciscus Xaverius werd opgericht, sloten de reeds afgescheurde muzikanten zich hierbij aan en ontstond hieruit de fanfare de “Verenigde Vrienden”. Omdat de twisten bleven duren verlieten nog muzikanten de harmonie om bij de fanfare hun heil te zoeken.
Geen van beide verenigingen was eigenlijk de grote winnaar. De Harmonie “St. Cecilia” verloor vrijwel alle steun – ook de belangrijke financiële steun – van de katholieke kasteelheren. De fanfare “Verenigde Vrienden” van haar kant was lange tijd slachtoffer van pesterij en vitterij vanwege het gemeentehuis (Saunier). Elke reden was blijkbaar genoeg om mekaar de duivel aan te doen. En dat het niet zomaar plagerijen waren, moet duidelijk worden wanneer blijkt dat stichters en bestuursleden van de fanfare zelfs met boeten en gevangenisstraffen werden geconfronteerd omwille van nietige overtredingen, die door de ‘vijand’ uitgelokt waren.
De “Verenigde Vrienden“ waren in die beginjaren een echte parochiale instelling en dus een zeer kerkelijke organisatie : de instrumenten waren eigendom van de kerk, en als eerste repetitielokaal werd gebruik gemaakt van het washuis van de pastorij.
Na het aanwerven van ‘muziekmeester’ Frans De Laet, en dankzij een gestadige groei van het aantal leden, werd een nieuw onderkomen gevonden in de oranjerie van het buitengoed “Terlocht”. Hier kon men zich blijkbaar goed inrichten want er is sprake van aangename ontspanningsplaatsen en een gerieflijke vergaderzaal. Weldra voelde men zich dan ook muzikaal sterk genoeg en nam men deel aan feesten te Boom en Aartselaar.
Het liep allemaal nog bijna totaal verkeerd af toen 2 ‘politiekers’ (Van Boghout en Bruynseels) uit Antwerpen zich in Hemiksem vestigden om een politieke aktie op het getouw te zetten. Zij stichtten zelf een tweede katholieke harmonie die minder kerks zou zijn dan de “Verenigde Vrienden” en die zich in het centrum van het dorp vestigde. Blijkbaar werden heel wat muzikanten weggelokt, maar toen de katholieken bij de verkiezingen slechts een derde van de stemmen behaalden, kwam er een einde aan het politieke spel van beide heren. De eendracht was blijkbaar snel hersteld.
1887: Het Welzijn for ever?
In 1887 nemen “De Verenigde Vrienden” dan intrek in het lokaal waar ze ook vandaag nog gevestigd zijn, al heeft dit natuurlijk al wat veranderingen ondergaan. Van de feestelijkheden die hiermee zeker samengingen is niet veel geweten, hoewel er duidelijke sporen zijn terug te vinden van de “Inhuldiging van vaandel en lokaal”. In 1895 overlijdt de allereerste dirigent, Frans de Laet, en begint Germain Hadermann, als eerste van een heuse dynastie, het dirigeerstokje ter hand te nemen.
In 1898 werd uiteindelijk de 25ste verjaardag gevierd, ditmaal met een feeststoet waaraan 48 maatschappijen, waarvan 21 muziekkorpsen, uit de omliggende gemeenten deelnamen.
Twee jaar na deze feestelijke activiteiten werd de fanfare door een groot verlies getroffen : in 1900 overleed de eerste voorzitter, een man die de fanfare nog mee had opgericht, Frans De Vos. Zijn taak werd overgenomen door Eugène Van Nuffel, iemand die ook erg in de politiek van de gemeente betrokken was en het herhaalde malen tot burgemeester bracht. In die tijd waren de “Verenigde Vrienden” niet alleen een fanfare, maar een heuse politieke partij, die actief en zelfs toonaangevend was in de gemeentepolitiek. Het is ook in die tijd dat de lange, financieel aantrekkelijke, relatie met de familie Gilliot, van de gelijknamige fabriek, ontstaat. Het ging de fanfare in het begin van deze eeuw dus goed voor de wind, maar hieraan kwam een abrupt einde door de eerste wereldoorlog. Het bestuur trachtte evenwel om met de overgebleven mensen en instrumenten, onder moeilijke omstandigheden de fanfare op de been te houden.
Het einde van de oorlog betekende echter niet het einde van alle leed. In 1917 was immers dirigent Germain Hadermann overleden, en pas nadat men tijdelijk samenwerkte met dirigenten uit de omliggende gemeenten, werd zijn zoon Jan Hadermann als opvolger aangetrokken. Alsof dit nog niet genoeg was, stierf in 1919 voorzitter E.Van Nuffel en ook hij werd opgevolgd door zijn zoon, Charles Van Nuffel. Tijdens diens voorzitterschap werden onder andere de instrumenten van het voormalige muziekkorps der Manifactures Cèramique d’Hemixem Gilliot en Co, voor een zacht prijsje aan het bezit van de fanfare toegevoegd. De andere instrumenten die oorspronkelijk aan de kerk toebehoorden, waren bij het afscheid van E.H. van Doorslaer, reeds volle eigendom van de vereniging geworden. Ondertussen volgde Paul Gilliot zijn vader op als weldoener en werd erevoorzitter, het begin van een jarenlange periode van gulle steun.
Abraham gezien in 1923
Geleidelijk werd de heropstanding van de fanfare een feit en zo kon men in 1923 vol trots de 50ste verjaardag vieren. Ondanks vele organisatorische moeilijkheden lukte het om 74 verenigingen in een minutenlange stoet door Hemiksem te laten trekken. Ook nu werd een nieuw vlag ingehuldigd.
In 1924 werd dan de vzw “Het Welzijn” opgericht, die vanaf dan de uitbating van het lokaal op zich gaat nemen. Aanvankelijk wordt gevreesd dat dit een serieus verlies van inkomsten voor de fanfare zou betekenen, maar uiteindelijk blijkt het een winstgevende aangelegenheid. Even is er sprak van een nieuwe zaal, maar “het goedkeuren van een koninklijk besluit door de openbare besturen” liet op zich wachten, en vandaag staat die zaal er nog altijd niet.
In 1926 is er opnieuw een liberale burgemeester (in coalitie met de socialisten dit keer) en de oude politiek vete duikt weer op, men zit mekaar blijkbaar gedurig in de haren. Maar ook in katholieke middens loopt niet alles vlot. In 1929 ontstaat er laaiende ruzie tussen de turnkring Sint Jan Berchmans en de fanfare. In de schoot van de turnkring bestond immers ook een “Turnharmonie”, met gedeeltelijk fanfaremuzikanten achter de pupiter. Het komt zelfs zover dat het bestuur zijn muzikanten verbiedt nog langer bij de turnharmonie te spelen of de instrumenten van de fanfare hiervoor te gebruiken. Naast een aantal andere redenen, speelde het gebruik van de zaal in deze ruzie waarschijnlijk een grote rol. Tot dan toe repeteerde de fanfare op zaterdag, maar aangezien vrijwel iedereen vanaf toen op zaterdagmiddag vrijaf had, daalde de aanwezigheid op de repetities. Het bestuur vroeg dan ook aan de turnkring om niet langer ‘s vrijdag te trainen, maar om die dag de zaal ter beschikking te stellen van de fanfare. Het is van toen dat de “Verenigde vrienden” de vrijdagavond als repetitieavond hebben. De turnkring was niet gelukkig met dit feit en kocht zelf een oefenlokaal, zij verdwenen uit Het Welzijn.
Toch was 1929 ook een heuglijk jaar want er werd voor het eerst, en met groot success, deelgenomen aan een muziekwedstrijd, namelijk te Londerzeel waar 90.5% werd behaald. Bovendien kreeg de fanfare rond 15 december van dat jaar haar eerste uniform cadeau van erevoorzitter Paul Gilliot, een geschenk van zowat 50.000 BEF, wat bijzonder veel was voor die tijd. Paul Gilliot zou bovendien tot 1937 alle kosten blijven dragen die het op punt houden van die uniformen met zich meebracht. Het zijn deze uniformen waarvan vooral de pluim “indruk” maakte, in zoverre dat vriend, maar vooral vijand sprak van “de sussen met het witloof”.
De fanfare was ook voor vele mensen de enige mogelijkheid om eens op reis te gaan. Toen reeds stond Oostende op het programma, in samenwerking met de harmonie “St. Cecilia” uit Schelle. Deze reizen waren zo populair dat er zelfs een speciale trein diende te worden ingelegd. Net als nu werd een concert gespeeld op de Wapenplaats, waarna men vrijaf kreeg tot 19u. Ook Luik werd bezocht, met 4 volle autobussen. De grootste uitstap echter was die naar Rijsel, waar men op het Internationaal Eucharistisch Congres aan het hoofd van de Belgische H. Hartbonders mocht opstappen met 84 muzikanten. Het reizen toen was niet altijd even plezierig, want air-conditioning bestond niet en blijkbaar vergat men nogal eens dat muzikanten veel dorst hebben. Het kwam zelfs eens zover dat de voorzitter per wagen een brouwerij diende te zoeken om daar dan enige flessen tafelbier los te krijgen, zodat er toch iets te drinken was.
Reden tot feesten was er ook toen men in 1933 voor het eerst deelnam aan een korpswedstrijd en er een zeer goede score behaalde. Bovendien werd dirigent Jan Hadermann tot beste chef gekozen. Niet slecht als men bedenkt dat muzikanten toen amper 8 maanden notenleerles volgden binnen de fanfare en na nog eens zoveel tijd studie op een instrument reeds mochten meespelen. Men mocht toen overigens niet altijd zelf beslissen welk instrument men wou bespelen : men leerde wat beschikbaar of nodig was. Als bekroning van deze succesvolle periode verzorgde de fanfare de uitzending van de Katholieke Vlaamse Radio Omroep (KVRO) in december 1933, uitgezonden door het NIR de voorganger van de BRTN. Ook internationaal werden er successen geboekt, namelijk op het internationaal muziekwedstrijd in Roosendaal in 1934, waar men de eerste prijs behaalde in de afdeling uitmuntendheid. Het duurde echter tot 1939 !! voor men het prijzengeld – 750 BEF – eindelijk in handen kreeg.
Na nog enkele andere successen, kwam een oude vete weer bovendrijven. Tijdens een marsenwedstrijd in Oostende in 1939 werd men tweede, na de Harmonie “Sint Cecilia” uit Hemiksem met slechts 33 honderdste van een punt verschil. Volgens de leden van de fanfare was er sprake van gesjoemel door de jury en speelden de liberalen met bijna de helft “invallers”.
Tijdens de oorlogsjaren stond de harmonie op non-actief, maar van zodra de strijd was gestreden trok men terug met muziek door de straten. Hierop volgde dan de koningskwestie en zoals vrijwel alle katholieke verenigingen kozen de “Verenigde Vrienden” resoluut de kant van de koning. Zo nam men onder andere deel aan verschillende optochten en was men het enige korps dat werd uitgenodigd om de grote pro koningmanifestatie op de Heizel op te luisteren, een concert voor 12.000 toehoorders . Bij de terugkeer van Leopold III werd een ontvangst op het paleis toegezegd, maar dit ging niet door wegens de troonsafstand.
Juist na 'den oorlog'
In 1948 was dan de volle heropstanding van de fanfare een feit, zodat men met trots de 75ste verjaardag kon vieren. Men organiseerde een feestmis, werd ontvangen op het gemeentehuis, had een groot banket met tal van hoge gasten en organiseerde als hoogtepunt een stapmarsenwedstrijd. Bovendien werden de muzikanten voor deze gelegenheid in een nieuw uniform gestoken, het groene.Ter illustratie de totale kosten van de feesten bedroegen 292.807 BEF, waarvan een kleine 30.000 door de eigen kas diende te worden bijgelegd. In het nieuwe uniform zou men o.a. 5 jaar lang in ruil voor een mooie beloning, de “Vette Week” van de Antwerpse beenhouwers opluisteren. Naar verluid waren er toen zoveel leden, dat men tijdens deze gelegenheden de fanfare splitste in 2 afzonderlijke fanfares, die elk in een ander deel van de stad actief waren.
Slechts een jaar na het jubileum overleed voorzitter Charles Van Nuffel, hij werd opgevolgd door penningmeester Kamiel Schroyens, die veel had bijgedragen tot het succes van het jubileum. Deze feesten waren overigens zo goed bevallen dat men 5 jaar later, in 1953 ook de 80ste verjaardag vierde. Ditmaal met een concertweek, een hele week lang kon men elke avond een andere harmonie horen spelen op het gemeenteplein. De fanfare was toen blijkbaar de beste van de Rupelstreek, want men werd door collega’s aangeduid om onze contreien te vertegenwoordigen op een televisieuitzending te Boom
Vanaf 1955 ging het bergafwaarts met dirigent Jan Hadermann, eerst was hij 6 maanden buiten strijd, en toen men in 1956 na 18 jaar opnieuw deelnam aan een korpswedstrijd, kreeg hij een zware inzinking tijdens het begin van de uitvoering. Toch behaalde men nog de eerste prijs. Tijdens de jaarvergadering van 1957 deelde Jan Hadermann mee dat hij op doktersbevel verplicht was te stoppen met dirigeren, hij zou in 1958 overlijden. Gelukkig was er zijn zoon Jan Hadermann Jr. die het dirigeerstokje wou overnemen. Ook onder zijn leiding werd met succes deelgenomen aan enkele stapmarsen- en korpswedstrijden.
De verhalen uit het begin van de jaren 60 zullen velen bekend in de oren klinken. Er was een dalende belangstelling voor de blaasmuziek en de jonge mensen die nu de muziekscholen bezochten, waren vooral geïnteresseerd in piano en strijkinstrumenten. Nog bekender zijn de perikelen rond een wedstrijd in 1963, toen de muzikanten dienden te worstelen met een onspeelbaar en vervelend opgelegd werk. Het resultaat was echter uitstekend en toen men ‘s avonds terug naar huis wou keren, moest men eerst nog per auto doorheen de stad rijden om te trachten alle feestvierende muzikanten terug in de bus te krijgen.
Na maandenlange besprekingen en hevige discussies werd in 1965 beslist om over te stappen naar de nieuwe diapason, iets wat uiteraard een grote financiële inspanning met zich bracht. Gelukkig was er voorzitter Kamile Schroyens die de 160.000 BEF die alles koste, bijeenbracht. Toen hij een jaar later 70 werd, besloot hij zich echter terug te trekken als voorzitter en moest een vervanger worden gezocht. Het werd Dr. Otte. In 1966 kwam ook een einde aan de “fanfare” want toen besloot men om voortaan als “harmonie” door het leven te gaan.
Ondertussen werd het voor zakenman Jan Hadermann jr, teveel de muziek met zijn werk te combineren, en hij maakte een einde aan een periode van 73 jaar waarin 3 generaties Hadermann als dirigent dienstdeden. Zijn opvolging ging echter niet van een leien dakje, want er ontstond onenigheid in het bestuur. Een tot dantoe onbekend iemand , ene Bert Peeters werd naar voor geschoven en ondanks tegenwerping van een aantal bestuursleden aanvaard. De moeilijkheden begonnen pas toen zijn gebrek aan ondervinding en bekwaamheid, aangevuld met een kwetsende houding ten opzichte van de muzikanten, aan het licht kwam. Hem werd dan ook de kans geboden zijn ontslag aan te bieden en in 1969 ging met dan opnieuw van start, ditmaal met Paul Verheyen. Onder zijn leiding begon men opnieuw aan toernooien deel te nemen, al diende men nu onderaan de ladder – 3de afdeling – te beginnen, maar tegen 1971 was men weer in uitmuntendheid geklasseerd, een afdeling waarin men het tot laureaat bracht. Ook voor Dr. Otte bleek een druk beroepsleven niet te combineren met het voorzitterschap en hij stond zijn plaats in 1972 af aan Frans De Vos. Een bekende naam, want inderdaad, deze Frans was een achterkleinzoon van de allereerste stichtende voorzitter met dezelfde naam. Frans zou tot 1974 voorzitter blijven van de Harmonie. Ook al uniek was de viering van Louis Moens, omwille van zijn 70-jarige muzikantenloopbaan.
Een frisse eeuwelinge
Ondertussen bestond de harmonie 100 jaar, een heuglijk feit dat in 1973 werd gevierd. Ook dit keer werd een nieuw uniform aangetrokken, het bekende blauwe dat in 1998 definitief aan de haak werd gehangen. Ook de vlag werd vernieuwd, al keek heel Hemiksem raar op toen ze tijdens de eerste optocht ondersteboven aan de stok wapperde en er bovendien nergens Hemiksem op voorkwam. De feesten zelf werden wat overschaduwd door kleine ruzies tussen bestuur en organisatiecomité, maar vooral omwille van de afgelasting van een groots opgevatte internationale mars- en showwedstrijd. Ondanks een grote prijzenpot was er een gebrek aan belangstelling van de aangezochte deelnemers. De feestelijkheden vonden daardoor plaats met minder uiterlijk vertoon dan gepland, maar waren zeker niet minder plezierig.
In de jaren die volgden ging de harmonie verder op haar elan door opnieuw deel te nemen aan verschillende wedstrijden. Toch groeide het besef dat men zich moest gaan heroriënteren; vele getrouwe muzikanten waren door ouderdom of ziekte weggevallen en men moest de jongeren de kans geven zich te integreren. Ook besefte men dat men meer voor het Hemiksemse publiek diende op te treden, want vele van de successen en kwaliteiten van de harmonie, waren nooit tot de eigen bevolking doorgedrongen. Dit leidde onder andere tot een concert waarover zij die het meemaakten ook vandaag nog spreken : de uitvoering van Fremersberg samen met het kerkkoor van de St Niklaasparochie, in de OLV Onbevlekt-kerk in 1976.
Moderne tijden
In 1979 was de harmonie andermaal in rouw, want de voorzitter Gustaaf Pintens die in 1974 Frans De Vos opvolgde, overleed. Het is toen dan Emiel Pauwels eerst optrad als waarnemend voorzitter, om tijdens de jaarvergadering van januari 1981 tot voorzitter te worden verkozen. Ondanks de goede resultaten en verstandhouding met dirigent Verheyen, begon er op de samenwerking toch enige sleet te komen en nadat Jef Ratacak de harmonie enige malen diende te depanneren, nam dirigent Paul Verheyen definitief ontslag in 1983.
Zijn opvolger werd in eigen rangen gevonden, in de persoon van Leon Hallemans. In de jaren tachtig grijpt ook een ware vernieuwing plaats. Zo wordt in 1984 een jeugdensemble opgericht, onder leiding van Paul Vaes en komt voor het eerst in meer dan 105 jaar een vrouw, Martine Verberckt, het bestuur vervoegen. Ter ondersteuning van vooral de bassen doet ook de elektronica zijn intrede, een eerste synthesizer wordt aangeschaft. De Tyrolerfeesten worden in 1985 gemoderniseerd, ze krijgen o.a. een heuse Playback-Show en de Golden Stars Stage Band treedt er voor het eerst op. Dat jaar krijgt ook de drumband een nieuwe injectie; onder de dynamische en vlotte leiding van Paul Ringoot begint de uitbouw naar percussieband.
Een bijzondere ervaring is zeker de deelname in 1987 en 1988 aan de Internationale Taptoe in Boom, met zijn allen werd er op het voetbalveld van Verbroedering getracht om in de pas te blijven lopen en vooral om “rechte” bochten te nemen. Toch bleek dat vooral de Engelsen al heel wat meer geoefend hadden.
Beter verging het in 1987 tijdens de provinciale wedstrijd in Mechelen, waar de titel werd behaald.
Na geslaagde reizen naar Oostende doet men in ’88 ook voor het eerst De Haan aan, de harmonie zal er enkele keren “Trammelant” opfleuren. Er dient echter gezegd dat er meer en enthousiaster werd gemusiceerd na, dan tijdens de verplichte optocht. Het goede weer, een goed terras en het nodige vocht waren daar zeker niet vreemd aan. Omdat er altijd gebrek aan geld is, krijgt iemand dat jaar het idee mosselen te verkopen, en zo is Hemiksem “Grote” Kermis vanaf dat jaar een attractie rijker. Maar het heuglijkste feit is zeker dat men omwille van de grote belangstelling, met het nieuwjaarsconcert moet uitwijken naar zaal “Lux”.
In 1989 grijpt dan een dubbele “trainerswissel” plaats. Bernard Versavel wordt de nieuwe dirigent, al zal hij zich zijn eerste repetitie wel anders hebben voorgesteld, er kwam geen maatslagen aan te pas. Ook de jeugd krijgt een nieuwe chef, Rowin Van de Ven voert hen naar een zeer geslaagd “Jonge Muzikanten op het Podium”. Geïnspireerd door de collega’s uit Schelle, en gewapend met alles waar alcohol in zit, gaan enkele dapperen voor het eerst, als herder en engel verkleed, op een kar door de straten van Hemiksem toeren. Hemiksem toont zich gul en er komen nog edities.
Ook in de jaren die volgden ging de uitbouw verder, met onder andere de titel van Proviciaal Fedekamkampioen in de reeks Uitmuntendheid behaald in Herentals 1991. En nadat de percussieband samen met de jeugd enige succesvolle edities van “Muzikale Happening bij de Kerstboom” verzorgt, wordt ze in 1992 eveneens Provinciaal Fedekamkampioen te Veerle-Laakdaal. Als vervanging van de reis naar Oostende worden concerten gegeven in de Antwerpse zoo en op de Groenplaats, meestal is hierbij iedereen tijdig en fit aanwezig.
In 1992 wordt dan het “Nieuwjaarsconcert” herdoopt in “Muziek à la Carte”. Een erg gelukkige maatregel bleek later, want in 1994 kon dit concert pas doorgaan halfweg februari in de zaal van de vrije basisschool en was er dus van nieuwjaar al lang geen sprake meer.
Op de reeds drukke agenda verscheen in 1994 ook voor het eerst het Kasteelconcert, een organisatie die ondanks wereldbekers en regenbuien van een grote belangstelling blijft genieten. Nadat de meer dan 25 jaar oude menu van het teerfeest iets werd aangepast, sneuvelde in 1995 een van de laatste traditionele waarden. Na meer dan 100 jaar te zijn ingericht werd de tombola die diende om “speeltuigen” te kopen, vervangen door een Palingfestival dat moet dienen om “muziekinstrumenten” aan te schaffen.
125
In 1998 waren dan de eerste 125 jaren rond en presenteerde de harmonie zichzelf nogmaals van zijn beste zijde. Het programma was prestigieus, en werd een groot succes. “Muziek à la Carte” ging door in de O.L.V. Onbevlekt-kerk om plaats te kunnen bieden aan zowel de harmonie als Het Gemengd Koor van de Academie voor Woord, Muziek en Dans, uit Bornem , om samen De Carmina Burana en The Best of Walt Disney te kunnen aanbieden aan de meer dan 400 toeschouwers. Een geweldige ervaring overigens voor iedereen, want Hemiksems beste concertzaal is nu zonder twijfel gekend.
Een ander hoogtepunt was zeker het Galaconcert door het Groot Harmonieorkest van de Gidsen, dat in september 1998, tijdens het feestweekeinde plaatsvond.
Ondertussen zijn de eerste stappen van de volgende 25 jaar gezet en brengt een nieuw millennium ook nieuwe uitdagingen. De geschiedenis van de volgende jaren zal immers meer dan ooit van groot belang zijn. De wereld van Harmonies en Fanfares is de laatste decennia grondig veranderd en wie niet mee evolueert, verdwijnt. Indien men er echter in slaagt om met de nieuwe trends mee te gaan, kan men dingen bereiken die vroeger onmogelijk waren. Je moet maar naar de harmonies in onze en de ons omliggende gemeenten kijken om dit te beseffen. Bij de “Verenigde Vrienden” wordt er hard aan gewerkt, kijk maar naar de jeugdharmonie die ondertussen weeral volop actief is. Bovendien wordt voortdurend bijgestuurd waar nodig, de paling werd een steak (al is dat in deze tijden van dolle koeien nogal riskant) en werden de twee recentste uitvoeringen van Muziek à la Carte uitgewerkt tot meer dan een concert.
Na vele jaren van hard werken hebben ook 3 belangrijke bestuursleden (voorzitter Emiel Pauwels, ondervoorzitter Albert Vleminckx en secretaris Herman Schroyens) besloten het wat rustiger aan te doen. Alle drie blijven ze van harte welkom in onze groep en mogen ze zich voortaan ere-voorzitter, ere-ondervoorzitter en ere-secretaris noemen. Sinds 1999 is er een nieuwe ploeg aangetreden om het de komende 25 jaar hopelijk even succesvol te doen.
De jaren 2000
In 2004 is de Harmonie tijdens het provinciaal tornooi van de Provincie Antwerpen ingedeeld in ‘Uitmuntende Afdeling’, ongetwijfeld een muzikaal succes.
In 2005 brak een periode aan met heel wat veranderingen. In het bestuur kwamen in korte tijd 4 nieuwe bestuursleden die er met verse energie tegenaan vlogen. In de harmonie stopte Bernard Versavel na 17 jaar met dirigeren. Na een gepast en verrassend afscheid, wordt hij opgevolgd door Marc Dufour en een jaartje later door Geert Versavel, inderdaad, de zoon van Bernard. Ook bij de jeugd kwam een andere dirigente vooraan: Anne Piirainen nam de dirigeerstok in de hand, de jeugdharmonie werd omgedoopt tot JOH!, Jeugd Orkest Hemiksem. De jeugdwerking werd, en wordt nog steeds, serieus opgekrikt en JOH! groeide in enkele jaren van 15 naar 45 muzikanten. De doorstroming naar de harmonie werd versneld zodat we ook daar na enkele jaren heel wat nieuwe jonge muzikanten zien zitten.
Voor de harmonie werden nieuwe concertformules uitgewerkt: “in the spotlights” zet een instrument, genre, componist of eender wat in de kijker. In het najaar wordt een concert georganiseerd met een vedette. “Sandra Kim in Harmony” in 2007 was direct een succes met een overvolle zaal. Een jaartje later wordt “Gunther Neefs in Harmony” een dubbelconcert met 2 keer een volle zaal.
De percussieband op zijn beurt organiseerde 5 jaar op een rij het gratis festival LaLaMusic op de gemeenteplaats. Voor meer dan 1000 toeschouwers verzorgde ook de percussieband zelf een optreden en ook JOH! kon er schitteren voor het grote publiek. De interesse voor percussie is zo groot dat ook een jeugdpercussieband gestart werd.
Al deze vernieuwingen trekken erg veel nieuwe muzikanten aan zodat in de 2de helft 2008 het honderdste spelend lid werd ingeschreven.
Een moderne, frisse vereniging
Dat de nieuwe concertformules van de harmonie een succes zijn mag blijken uit het feit dat in 2011 het 5de “in Harmony” concert gespeeld werd. Na Born Crain en Barbara Dex werd 2011 een feesteditie met Nicole & Hugo in een hoofdrol. Ook de “In the spotlights”-concerten zijn ondertussen al vele jaren bezig en een vast begrip in Hemiksem geworden. Ook onze percussie afdelingen kennen vele successen. Zo wordt de Percussieband omgedoopt tot “Pee Stoemp!” en krijgt de jeugdpercussie de naam C’nN (Cool ‘n Noisy). Pee Stoemp! kon zo bijvoorbeeld een plekje bemachtigen op het GVA-podium tijdens het festival “Casa Blanca”. En overal waar C’nN komt staat de zaal binnen de korste keren op zijn kop.
Dat de “Verenigde Vrienden” een vereniging is die meegaat met zijn tijd blijkt uit de eerste organisatie van “CymBal”, een bal in zaal “Lux” dat georganiseerd wordt door de jeugd van C’nN. Ook zien we dat de gemiddelde leeftijd in de harmonie zeer laag ligt en dat er desondanks mooie muziek gemaakt wordt.
In JOH! breekt een nieuwe periode aan, Anne verlaat België en na Jan Kusseneers neemt Geert Versavel in 2012 het stokje over. Wanneer in 2014 afscheid genomen wordt van Geert, komt de muzikale leiding van de Harmonie in handen van Gilles De Meester. Al in 2015 geeft die het dirigeerstokje door aan Erik Mast, een geboren en getogen Hemiksemnaar, die tot op vandaag onze dirigent is. Inneke Craeghs is sindsdien de tweede vrouwelijke dirigente bij onze Harmonie, zij leidt namelijk JOH! op voortreffelijke wijze, en PeeStoemp, de percussieband, wordt nu gedirigeerd door Brecht Claesen. Wat onze dirigent Erik Mast betreft, is op één of andere manier de cirkel nu ook rond, want Erik was van jongs af aan muzikant bij onze collega’s van de Harmonie Sint-Cecilia, waar we dit verhaal begonnen zijn …
Onze Harmonie leeft volop, maar blijft de nodige uitdagingen aangaan, met een recentelijk vernieuwd, en enigszins verkleind, maar tevens ook verjongd, Bestuur. We zijn echter klaar voor de volgende 5 jaar en hopen zeker in 2023 ons 150-jarig bestaan te mogen vieren. We zullen dan na anderhalve eeuw blijk kunnen geven van een goede gezondheid, met de nadruk op muzikale kwaliteit en vooral ook op het plezier van samen muziek te kunnen maken, want uiteindelijk blijven we voor altijd Verenigde Vrienden!